Tussen de vijftig en zeventig procent van de software en hardware in het Nederlands basisonderwijs komt uit de stal van Google.
Dat blijkt uit onderzoek van de Niels Kerssens van de Universiteit Utrecht. Hij besprak zijn bevindingen vanochtend op BNR.
De onderzoeker ziet een probleem in de dominante positie van Google. En dat onderwerp wordt amper tot niet besproken op scholen, in de politiek en in de media. De vraag is namelijk hoe groot de greep van een private techgigant moet kunnen zijn op een publieke zaak als het basisonderwijs in Nederland. Dat gaat niet enkel om de economische component, maar ook de maatschappelijke.
Kennisnet verwoordde de discussies over dit soort waarden afgelopen najaar met: “Er is ook een andere kant: platformisering zet publieke waarden onder druk. Denk bijvoorbeeld aan leerlingen die opgroeien in een digitale omgeving, uiteindelijk door Google of Microsoft gedomineerd. Gebruiken leerlingen alleen Gmail, Google Docs en Google Presentaties en zoeken ze standaard met Google? Dit leidt onvermijdelijk tot een verschraling van hun digitale geletterdheid.”
Producten als de Chromebook en G Suite https://edu.google.com/ worden veel gebruikt in het onderwijs. Ze zijn makkelijk en kostenefficiënt te gebruiken en te onderhouden. Daarmee, zo beaamt Kerssens, helpen ze ook de werkdruk verlagen.